Attitude

1.1.2) De docent toont aan dat hij beschikt over de overtuiging dat betekenisvol onderwijs vraagt om beargumenteerde inzet van ICT en is in staat om de verworvenheden en beperkingen van technologie te herkennen en te integreren in betekenisvol onderwijs.

Elke docent die de NHL aflevert stelt in zijn of haar les lesdoelen op. Zelf doe ik dat ook. De leerlingen stel ik altijd op de hoogte van deze lesdoelen, dit doe ik door de lesdoelen letterlijk in mijn powerpoint te zetten (in bijna elke les maak ik gebruik van powerpoint). Op deze lesdoelen kom ik aan het einde van de les ook weer terug met gebruik van powerpoint. Om dit aspect bij te laten dragen aan betekenisvol onderwijs en effectief te zijn is het natuurlijk aan de professionaliteit van de docent om correcte lesdoelen te stellen. Het ICT hulpmiddel is vaak afhankelijk van hoe het door de docent gebruikt wordt en dat is veelal een beperking van een ICT hulpmiddelen. Hieronder vindt u een lesformulier met daarin opgestelde lesdoelen. Deze lesdoelen worden overgenomen op mijn powerpoint en zijn daarop zichtbaar voor de leerlingen. Over de lesdoelen, hierop heb ik feedback gehad van mijn schoolopleider, deze lesdoelen zijn niet heel scherp geformuleerd, daar ben ik mij van bewust.

Hieronder vindt u een link naar een online leerarrangement wat ik gemaakt heb. Dit is een bewijsstuk waarmee ik wil aantonen dat ik kan inspelen op onderwijskundige veranderingen en behoeften met betrekking tot het gebruik van ICT. Dit leerarrangement is hiervan een voorbeeld.  Het leerarrangement is gemaakt om het lezen van de leerlingen te bevorderen, er staan enkele online boeken in en daar bijbehorende vragen over het boek. Voor elk boek is  een week de tijd genomen. Een soort gelijk arrangement zou ik kunnen maken afhankelijk van de onderwijsbehoefte van de leerlingen.

http://four-weeks-of-reading-and-writing.jouwweb.nl/ 

1.2.2) De docent toont aan dat hij initiatieven neemt in het gebruik van ICT om zo sociale- en crossculturele vaardigheden te bevorderen.

In jaar 2 van de opleiding heb ik aangegeven mee te willen werken aan een Google team drive waarin ik en andere studenten die dezelfde opleiding volgen de materialen kunnen plaatsen die gebruikt zijn tijdens de stage.  Deze materialen zijn voor alle studenten die aan deze team drive meewerken zichtbaar en kunnen door iedereen gebruikt worden. Dit zorgt ervoor dat werkvormen, opdrachten en andere materialen beschikbaar zijn voor meer mensen die hierdoor uit meer bronnen kunnen putten. Voor mij leverde dit nieuwe inzichten op en scheelde het mij veel tijd in het voorbereiden van lessen. Hieronder is een screenshot van deze Google team drive.

1.3) De docent is een reflecterende en onderzoekende professional.

1.3.1) De docent toont aan op methodische wijze ICT-gebruik te analyseren om zo systematisch verbeterpunten in zijn lespraktijk toe te passen en te beoordelen op effectiviteit.

De ICT hulpmiddelen die ik gebruik in mijn les zijn vaak dingen die zichzelf bewezen hebben en die gemakkelijk zijn in gebruik, denk aan kahoot en socrative. Ik ben van mening dat de middelen die je gebruikt de leraar of de lerenden moet ondersteunen. Dit zorgt er wel voor dat leerlingen de middelen al wel kennen maar, dat is niet erg. De leerlingen weten dan waar ze aan toe zijn en dat is goed.

Na de kerstvakantie ben ik van plan om voor het eerst lesson up te gaan gebruiken. Veel van mijn medestudenten en docenten zijn hier erg  over te spreken. Voor ik dit toepas in de les kijk ik kritisch naar het programma en vraag ik mijzelf of het gebruik hiervan een meerwaarde heeft in mijn lessen. Wanneer ik mijzelf op deze vraag een bevestigend antwoord kan geven zal ik lessen up daadwerkelijk gaan gebruiken in mijn lessen. Hierdoor heb ik al een beetje ervaring met het programma en kan ik snel en efficiënt werken wanneer ik mijn les aan het voorbereiden ben.

1.3.2) De docent toont aan dat hij zoekt naar (interdisciplinaire) samenwerking met collega’s die in een vergelijkbare situatie rondom ICT en onderwijs verkeren.

Tijdens mijn derdejaarsstage liep er een medestudent, weliswaar van een ander vak, stage op dezelfde stageschool als waar ik stage liep. Deze medestudent heet Anne en gaf LB en maatschappijleer. Samen hebben wij vaak gediscussieerd over hoe wij het beste onze lessen konden vormgeven. Anne is de collega die in een vergelijkbare situatie verkeert, met betrekking tot ICT en onderwijs, in haar onderwijs gebruikt ze vaak ICT hulpmiddelen om de meningen van leerlingen op het bord te zetten en of woordspinnen te maken. Zelf controleer ik vaak mijn lesdoelen en check ik de voorkennis van leerlingen met behulp van ICT middelen. 

Een andere docent waarmee ik vaak dingen over ICT bespreek is de ICT docent van de school. Zo heb ik hem gewezen op Prowise presenter. Dit programma wou ik graag gaan gebruiken en vanuit zijn intrinsieke interesse hebben we gekeken hoe dit programma nou precies werkte want hij wist het ook niet. Deze docent heeft na de stage een stukje geschreven voor mijn stageverslag, maar dat is hierop ook goed van toepassing. Het verslag hiervan vindt u hieronder hij beschrijft hierin de algehele stage en noemt daarbij kort ook mijn input met betrekking tot ICT.

1.4) De docent is een samenwerkende professional.

1.4.1) De docent toont aan dat hij opgedane ICT kennis en vaardigheden met andere docenten (binnen of buiten de school) kan delen om zo nieuwe kennis te construeren.

Tijdens mijn derdejaarsstage heb ik voor een van de klassen verschillende opdrachten gemaakt om de leerlingen te laten oefenen met het maken en geven van een presentatie in het Engels. De leerlingen moeten om hun diploma te halen een presentatie geven in het Engels en hadden hier nog weinig ervaring mee. Hieronder vindt u een screenshot van mijn map in Google Drive. Deze map heb ik gedeeld met mijn stagecoach zodat zij mijn materialen kan hergebruiken. Hiermee wil ik aantonen dat ik mijn ICT vaardigheid gebruik om "kennis" maar, in dit geval lesmateriaal deel met stagecoach zodat zij het wiel niet twee keer uit hoeft te vinden.